Google het woord ‘kunst’ en er komt één quote veelvuldig terug. “Het ware kunstwerk confronteert en verontrust, brengt de mens tot een inzicht dat nergens anders verworven wordt. Het is een bron van waarheid die fundamenteler is dan wetenschappelijke kennis of de ervaring van alledag.” Museumconservator Galit Eilat en kunstenaar Ronen Eidelman hopen dat kunst de politiek uiteindelijk zelfs kan beinvloeden. In hun workshop over kunst als verzetsvorm, vertellen ze hoe.
Galit Eilat komt uit het turbulente Israël. Als conservator van diverse Israëlische musea, kwam zij er de afgelopen jaren achter hoe moeilijk het voor Palestijnse en Joodse kunstenaars wordt om nog vreedzaam samen te werken. Daarom creëerde ze in 2001 een platform voor alle kunstenaars uit Israël, waarin ze met elkaar kunnen discussiëren over politieke zaken én kunst. “You’re not likely to share artistic creativity and than afterwards create a bomb,” aldus Eilat. Ook Ronen Eidelberg groeide op in Israël. Rond zijn twintigste rolde hij als politieke activist de kunstwereld in. De anarchistische groeperingen waar hij deel van uitmaakte, moesten hun acties altijd symbolisch houden omdat ze anders gevaar liepen. Eidelberg: “It were small, stupid gestures, but it was all we had.”In hun workshop proberen Eilat en Eidelberg uit te leggen hoe kunst kan worden gebruikt om het politieke klimaat van een land te beïnvloeden.
Dat gaat ze niet altijd even makkelijk af. De zacht pratende Eilat verliest na een tijdje de concentratie van haar collega’s, en wordt steeds chaotischer. Nadat ze heeft uitgelegd waarom ze een platform voor Israëlische kunstenaars heeft opgericht, is haar workshop alleen nog bij vlagen vernieuwend. Een van haar leukste anekdotes gaat over het Jeruzalem-syndroom. Dat is een psychische aandoening die veroorzaakt lijkt te worden door een bezoek aan het religieuze centrum van Jeruzalem, en die patiënten oplevert die na hun bezoek geloven dat ze de reïncarnatie van Jezus zijn. Maar hoe interessant die informatie ook is, het is geen reden om naar een workshop te gaan over kunst in oorlogsgebieden.
Eidelman lijkt zich wat beter voorbereid te hebben. Hij laat drie projecten van zichzelf zien waarin hij politiek activisme en kunst met elkaar verbonden heeft. Het meest spraakmakende project, (un)Documented Disappearence, speelde zich af in Duitsland, waar Eidelman inmiddels twee jaar Public Art studeert. Toen hij werd geconfronteerd met de misère die in een vluchtelingenkamp bij de Duitse stad Jena heerste, wilde hij die ellende kenbaar maken aan de rest van de bevolking. Hij vroeg de vluchtelingen een foto van zichzelf te sturen, waarop duidelijk leesbaar ook hun paspoort te zien was. Op die paspoorten stond tot welke gebieden de vluchtelingen toegang hadden, en daarmee indirect waar ze allemaal juist níet mochten komen. Hun foto’s bracht hij in de rioolputten en afvoerkanalen van Jena aan. Door er lampjes bij te hangen wilde hij de foto’s laten opvallen. Geflankeerd door draden kerstverlichting staarden de vluchtelingen zo wekenlang door de tralies van Jena’s riolering naar boven.
Eidelman wilde voorbijgangers zo in contact brengen met vluchtelingen die maar een paar kilometer verderop in hun kamp zaten weg te kwijnen. Dat is gelukt. Veel voorbijgangers werden door de foto’s getroffen. Uiteindelijk vervaagden regen, sneeuw en stadsvuil de plaatjes, wat volgens Eidelberg een metafoor is voor alle vluchtelingen die in de illegaliteit verdwijnen. Het project werd een publiek succes. Toch is er nog niets veranderd aan de situatie in het vluchtelingenkamp.
Maar zoiets verwachten Eidelman en Eilat ook niet. Kunst stemt volgens hen tot nadenken, maar kan niet enorme politieke omwentelingen teweegbrengen. In ieder geval niet meteen. Eidelman: “Art is not going to solve any problems. Art influences culture, and culture, on a long distance, can influence politics. That is the hope I have.”