Beroemd zijn ze inmiddels, de stoelen in de Caucus ruimte. En na tien dagen discussiëren in diezelfde ruimte hebben de meeste deelnemers hun eigen favoriet gevonden. Steeds sneller is iedereen gesetteld op zijn of haar vertrouwde exemplaar en kan de discussie beginnen, tenminste… ,,Zeg, waar moeten we het eigenlijk over hebben?”
Eén van de deelneemster geeft aan zich passief te voelen in het Be[com]ing Dutch geheel. Ze heeft het idee dat er bij haar alleen maar informatie binnenkomt en niets zinnigs uitkomt. Bovendien wordt er volgens haar teveel afgedwaald van de werkelijke onderwerpen en speelt kunst in de gesprekken een te kleine rol.
Dit gevoel is de meeste deelnemers niet vreemd, ze hebben het gevoel dat er iets van hun als groep verwacht wordt, maar ze weten niet wat: ,,We zitten hier met allemaal creatieve mensen bij elkaar, en het enige wat we doen is zitten en luisteren. We moeten iets gaan doen, iets gaan maken!” Er wordt besloten om een collectieve vraag te formuleren waar alle deelnemers antwoord op moet geven zodat er duidelijk wordt wat iedereen wil met deze Caucus.
Op een groot bord worden de vragen ‘What are you afraid of, in relation to the Caucus?’ en ‘What are the sensitive fields you want to explore?’ geformuleerd. IJverig begint iedereen op post-it blaadjes te schrijven. Alle antwoorden worden gegroepeerd op een groot vel geplakt zodat er een soort landkaart van vragen ontstaat. Al snel ontstaan er verschillende ‘landjes’ met onder andere de thema’s, museum, power, dialog, connection, identity etc.
Charles Esche trekt de verstandige conclusie dat er tot nu toe in deze Caucus misschien wel te veel theorie voorbij is gekomen, en te weinig kunst. Stroop die mouwen op, en kom maar door met die kunst!