“Misschien kunnen jullie me gelijk vertellen wat jullie van mijn boek vinden,” stelt kunsthistoricus Gerald Raunig bulkend van enthousiasme voor aan zijn workshopbezoekers. Dat bijna niemand ‘Art and Revolution’ gelezen heeft, mag de pret niet drukken: een zinderende brainstorm over het begrip revolutie volgt.
Revolutie is een levenstijl. Het dagelijks leven. Iets waar je voor moet vechten. Zelf beslissingen nemen en rellen. Gekleurde ‘zwarte’ pieten zijn revolutionair. De deelnemers geven ieder zo hun eigen invulling aan de term. “Dit museum heeft een revolutie nodig!” klinkt het uit de mond van een betrokken bezoeker. Waar de dame precies op doelt blijft in het ongewisse, maar de term ‘revolutie’ laat in ieder geval niemand onberoerd.
Een van de Nederlandse deelnemers voert zelfs zijn eigen mini-revolutie. “Ik betaal geen belasting, onderteken geen papieren en laat dus nergens mijn spoor achter.” Om de zojuist genoemde reden wordt zijn naam hier maar even achterwege gelaten.
Viva La Revolution! De deelnemers zijn het erover eens dat er momenteel in Nederlands ‘iets’ aan de gang is dat dicht in de buurt komt bij een heuse kentering. De jongerendemonstraties tegen de urennorm op scholen zijn volgens hen direct gevolg van een zogenaamde ‘digitale revolutie’. Jongeren worden binnen een mum van tijd opgetrommeld via het internet en kunnen direct achteraan sluiten in de protestmars.
“Shitting on the tables” is nog geen revolutie, vindt Raunig. Wat kunst en revolutie dan wel precies is, moet de liefhebber maar lezen in het boek, want “Omdat ik er al zoveel over heb geschreven, is het moeilijk er duidelijk over te vertellen.” Nu maar hopen dat het boek na deze workshop wel verslonden wordt.